Rasbeschrijving
Rasbeschrijving: (Dit is een CONCEPT!)
Voorgesteld door de heer Bert Apperlo (vz. RRSV)
Positie | Onderdeel | Punten |
Pos. 1 | Gewicht | 10 Punten |
Pos. 2 | Type, bouw en stelling | 20 Punten |
Pos. 3 | Pelsstructuur en conditie | 20 Punten |
Pos. 4 | Pelsdichtheid en lengte | 15 Punten |
Pos. 5 | Kop en oren | 15 Punten |
Pos. 6 | Kleur | 15 Punten |
Pos. 7 | Lichaamsconditie en verzorging | 5 Punten |
Totaal | 100 Punten |
1. Gewicht
Het gewicht is 1250 tot 1750 gram.
Gewicht in grammen | 1250-1330 | 1340-1440 | 1450-1750 |
Punten | 8 | 9 | 10 |
2. Type, bouw en stelling
Het lichaam is gedrongen (typegroep C) met goede brede schouders en fraai afgeronde achterhand. Door de korte pels komen de contouren sterker tot uiting. De benen zijn recht, stevig en niet lang met korte gesloten voorvoeten. Het ras is middelhoog gesteld. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel. Het kleine staartje wordt nauwsluitend tegen het midden van de achterhand gedragen. Het lichaam van de voedster onderscheidt zich nauwelijks van dat van de ram. De voedster is vrij van wam of wamaanzet.
3. Pelsstructuur en conditie
De zeer fijne rechte dek- en grannenharen zijn sterk verkort en van een fijne structuur. Ze zijn elastisch en even lang als het onderhaar. Dit geeft een beeld alsof het dier geschoren is. Door de bijzondere dichtheid van het onderhaar slaan de dek- en grannenharen bij het terugstrijken niet direct in hun oorspronkelijke stand terug, maar blijven hierdoor vrijwel in verticale houding staan. De pels voelt fluweelachtig aan en is volkomen gelijkmatig. Enkele gegolfde of gekrulde haren in de nek en rond de geslachtsdelen zijn rasgebonden en niet te vermijden. De snorharen zij meestal gekruld. Echter hoe gladder de nekbeharing, des te beter de haarstructuur op de overige lichaamsdelen.
Pelsconditie: zie het algemene gedeelte.
4. Pelsdichtheid en lengte
De pelswaarde van de kortharige rassen wordt op gelijke wijze beoordeeld als die van de normaalhaarrassen, vanzelfsprekend met in achtneming van de bijzondere raseigenschappen. Het haar staat bijna loodrecht op de huid. De pels is mede dankzij het zeer rijke onderhaar zeer dicht en volkomen gelijkmatig en voelt hierdoor fluweelachtig aan. Niet echter de haarlengte maar de zeer dichte inplanting en het zeer rijke onderhaar geven de doorslag bij de waardebepaling. De pels heeft een lengte van ongeveer 16 mm.
5. Kop en oren
De kop is sterk ontwikkeld met breed voorhoofd, breed tussen de ogen, sterk ontwikkelde wangen brede snuit en kaken. Het neusbeen is gebogen. Door de korte beharing oogt de kop iets minder ontwikkeld als bij de Nederlandse hangoordwerg.
De oren zijn dik, breed, stevig van structuur en aan de top lepelvormig afgerond. De oren hangen met de schaalopening naar de kopzijde gekeerd en vanuit de zijkant gezien loodrecht naar beneden. Van voren gezien worden ze iets gebogen gedragen. Vouwen en plooien in de oren zijn foutief.
De lengte van de oren gemeten van punt tot punt met inbegrip van de schedelbreedte is 21-26 cm. Door de ombuiging van de oren aan de basis ontslaan op de kop twee zichtbare verhogingen, kronen genoemd. Hoe zwaarder en steviger de oorstructuur, hoe beter deze kronen uitkomen. Echter door de korte beharing tonen de kronen iets minder ontwikkeld als bij de Nederlandse Hangoor Dwerg.
Puntenschaal voor de oorlengte:
Oorlengte in cm. | 21 | 22 | 23-24 | 25 | 26 |
Punten | 2 | 2,5 | 3 | 2,5 | 2 |
6. Kleur
De kleur is helder wit over het gehele lichaam. De oogkleur is lichtblauw. De nagels zijn kleurloos.
7. Lichaamsconditie en verzorging
Zie beschrijving algemeen gedeelte